Vestingwerken

Afbeelding bij 203
Foto:
Met behulp van een legertank startte burgemeester Scholten in 1968 de herstelwerkzaamheden van de Heusdense vestingwallen. Bron: Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Beeldbank, HSD03989.

In het kader van de Opstand van de Nederlandse gewesten tegen de Spaanse landsheer besloten de Staten van Holland in 1579 tot de versterking van de stad Heusden. In de jaren die volgden, werd de middeleeuwse stad door de vestingbouwkundige Adriaan Anthonisz van Alkmaar uitgebouwd tot een sterke vesting. De middeleeuwse stadsmuur langs de Demer, het kasteel en de haven kwamen daarmee binnen de stadsomwalling te liggen. Een aarden wal met bastions, ravelijnen, een natte gracht en een enveloppe (de buitenste wal) moest Holland bescherming bieden tegen vreemde mogendheden.

De Heusdense vestingwerken werden in de jaren 1613-1620 verder versterkt en tegelijk aanzienlijk uitgebreid, vooral aan de zuidelijke en oostelijke kant. Dat bood ook ruimte voor de bouw van nieuwe woningen, bijvoorbeeld in de Nieuwstad. De vesting Heusden was van grote militaire waarde, zeker gezien de nabijheid van door de vijand beheerste steden zoals ’s-Hertogenbosch (tot 1629) en Breda (in de jaren 1625-1637). De garnizoenen die in Heusden gelegerd waren, zorgden voor veel bedrijvigheid. De vesting telde evenveel soldaten als inwoners. In 1673 werd Heusden het meest zuidelijke onderdeel van de oude Hollandse Waterlinie. Sinds het begin van de achttiende eeuw maakte de vesting samen met enkele omringende werken deel uit van de Zuiderwaterlinie.

In de negentiende eeuw verloor de vesting haar militaire functie. Daarmee braken in economisch opzicht zware tijden aan voor het stadje. Langzaam maar zeker verlandden de grachten en vervielen de wallen, waarvan grote delen werden gebruikt als volkstuin. In 1968 begon de grote restauratie van Heusden, waarbij de vestingwerken weer zijn teruggebracht naar de achttiende-eeuwse situatie.

Meer weten?
Adriaan Anthonisz van Alkmaar
Vestingstad
Nederlandse Vestingsteden