Moerputten
Foto: Na de doorbraak van de Heidijk in 1880 werden getroffenen tijdelijk ondergebracht in tenten op de Vliedberg. Bron: Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Beeldbank, VLM00041.
Al sinds de middeleeuwen beschermt de Heidijk tegen water dat afkomstig is van de Midden-Brabantse heidevelden. Bij hoge waterstanden konden riviertjes zoals de Dommel en de Dieze niet al het water afvoeren naar de Maas, waarop het ‘heiwater’ richting de dorpen Vlijmen, Nieuwkuijk en Drunen liep.
De dijk maakte eeuwenlang deel uit van de dijkring om de Grote of Zuidhollandse Waard, een gebied dat zich uitstrekte van Vlijmen tot aan de tegenwoordige Hoeksche Waard. Aan het begin van de vijftiende eeuw moest de graaf van Holland ingrijpen in een langdurig geschil tussen de inwoners van het Land van Heusden en de andere bewoners van de Grote Waard. In de ogen van de laatsten was het beheer van de Heidijk bij de Heusdenaren in slechte handen, wat een gevaarlijke situatie opleverde voor het gehele achterliggende gebied. De graaf besloot voor het onderhoud van de Heidijk dezelfde strenge regels toe te passen als die voor de Hoge Maasdijk van kracht waren. Mocht het Land van Heusden zijn plicht blijven verzaken, dan zou de graaf maatregelen nemen door een einde te maken aan de mogelijkheid om het water in westelijke richting, langs Drunen en Waalwijk, op de Donge af te voeren.
De ernstigste overstromingsramp in het gebied had plaats in 1880. In dat jaar brak bij Nieuwkuijk de Heidijk door. Door het kolkende water ontstond een wiel bij Nieuwkuijk. De getroffen inwoners bivakkeerden soms lange tijd op de Vliedberg. Sinds de komst van het afwateringskanaal van ’s-Hertogenbosch naar Drongelen is de waterkerende functie van de Heidijk sterk afgenomen.
Meer weten?
Grote Waard
Watersnoodramp bij Nieuwkuijk