Drunen Baardwijkse Overlaat

Afbeelding bij 15
Foto: Aanleg spoorbrug over Baardwijkse Overlaat. Bron: Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Beeldbank, DRN01908.

Met de komst van de Baardwijkse Overlaat werd in de tweede helft van de achttiende eeuw voor het verkeer over land een nieuwe barrière opgeworpen. Tot aan de komst van het afwateringskanaal vormde de overlaat in het zomerseizoen doorgaans geen grote hindernis, maar in nattere jaargetijden lag dat anders. Al in de achttiende eeuw was er een veerverbinding om reizigers en goederen over te zetten van de Drunense kant naar de Baardwijkse zijde en vice versa. In 1796 stelden beide dorpsbesturen een reglement op, waaruit blijkt dat er zowel in Drunen als Baardwijk vier ‘braave, bekwaame en nugtere luiden, die hun in sterke dranken niet misgrijpen’ zouden worden aangesteld als veerlieden. In droge tijden dienden zij de veerschuitjes te vervangen door sterke karren die werden voortgetrokken door ‘paarden, die bereeden en mak zijn’.

De veerdienst lijkt tegen het einde van de negentiende eeuw te zijn vervangen door een spoorverbinding. De komst van het Halvezolen Lijntje vereiste de bouw van een lange ‘doorlaatbrug’ voor het treinverkeer. In natte tijden, wanneer de Baardwijkse Overlaat in werking was, konden voetgangers gebruik maken van het voetpad waarover de spoorbrug beschikte. Dat mocht uitsluitend overdag, en passanten mochten geen vracht meenemen en niet op de brug stilstaan. De gemeenten Drunen en Baardwijk dienden ervoor te zorgen dat er op de brug continu een politieagent aanwezig was.

Meer weten?
Baardwijkse Overlaat
Natuurmonumenten